Melas chole

Uw galblaas is goed gevuld’, zei de arts. ‘Wist u dat?’ Natuurlijk wist ik dat. Niemand kent mijn lichaam beter dan ik. Wat denkt zo’n man te weten van mijn tere gestel en van de lasten die ik draag. Een fotootje hier, wat kloppen daar, maar geen flauwe notie van wat mij werkelijk kwelt. Ik vertelde hem dat het zwarte gal was die mijn galblaas vulde, melas cholè, een overvloed aan zwarte gal. Dag in dag uit gebukt onder droefenis van duistere melancholie, hoe zwaar valt dit alles.

Zelf dacht hij aan stenen en stelde voor om de galblaas te verwijderen. Alsof daarmee alle leed geleden was.